Dazen geven veel overlast in Nederland, met name in de periode mei – oktober. Een daas , ook bekend als steekvlieg, brems, paardenvlieg, blinde daas of blinde vlieg ( in twente; blinde) voedt zich met bloed. De snuit van een daas bestaat uit een soort kleine mesjes. Daarmee wordt een klein wondje gemaakt. Dazen kunnen door kleding of vacht heen bijten ! Na een beet kunnen dazen niet snel wegvliegen. Je kunt ze met een welgemikte klap doodslaan. Maar dan heb je de beet meestal al te pakken. Een pijnlijke jeukende plek waar jij of je paard nog dagen last van kunnen hebben. Dazen zijn snel (25 km/h) en achtervolgen hun prooi hardnekkig. Soms wel tot een kilometer lang. Daardoor kunnen paarden erg veel hinder van dazen hebben.
Deze val controleert effectief de aantallen dazen. Door het verminderen van de aantallen in een gebied wordt de overlast een stuk minder.
Uit testen blijkt dat er een verminderingsgraad van 90–95% van da zen rondom de val gehaald kan worden. De dazen vergissen zich in een centraal geplaatste dazenval. Ze zien dit als een groot dier(warmte) en vliegen op de bal af. Daarom gaan op de zwarte bal zitten en proberen deze te steken. Na deze mislukte poging vliegen de dazen weg van de val. Omdat dazen verticale stijgers zijn, kunnen ze alleen omhoog vliegen. Hierdoor vliegen ze ,via een conische kap , in het opvangsysteem. Waar ze worden gevangen in de transparante opvangbak. Eenmaal in de bak kan de daas niet meer ontsnappen.
De bal hoef je niet te smeren met lijm. Het enige wat je af en toe hoeft te doen is het bakje legen. Omdat je zonder lijm werkt heb je geen risco op onbedoelde bijvangst (geen vlinders, bijen, vogels etc).